Deze vraag overweegt of het handhaven en repareren van de huidige infrastructuur prioriteit moet krijgen boven het bouwen van nieuwe wegen en bruggen. Voorstanders betogen dat dit de veiligheid waarborgt, de levensduur van bestaande infrastructuur verlengt en kosteneffectiever is. Tegenstanders betogen dat nieuwe infrastructuur nodig is om groei te ondersteunen en transportnetwerken te verbeteren.